Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De vreemdeling, die in het midden van u is, zal [41]hoog, hoog boven u opklimmen; en gij zult laag, laag nederdalen. 41. Dat is, zeer hoog, en in hoogheid boven u toenemende en voortgaande, gelijk gij in zonden voortgaat.